Taalzorgkwesties

Iedereen heeft het wel eens moeilijk als het gaat over onze taal. Ik zelf heb daar ook nog moeite mee maar we zijn er om bij te leren en te leren van elkaar.
Er komen heel wat vragen bij kijken zoals:

  • Hoe weet ik iets zeker? 
  • Waar vindt ik de juiste oplossing? 
  • Wat doe ik het best om daaraan te werken? 
  • Wanneer gebruik je wat?
Ik bespreek een aantal puntjes waar ik het persoonlijk moeilijker mee heb en waar ik de oplossing daarvoor heb gevonden.

1. Letterwoorden
vb. sms'je / smsje


2. Hoofdletters
vb. Paasvakantie / paasvakantie


3. Trema's
vb. reeël / reëel


4. Die/dat ?
vb. Het meisje dat / die daar speelt, is mijn zus.
'het' woorden worden gevolgd door 'dat'

vb. Zijn fiets, dat / die hij pas gekocht heeft, is verdwenen.
'de' woorden worden gevolgd door 'die'


5. Jou/jij ?
vb. Ik heb net zo'n boekentas als jou/jij? ( dan dat ik een boekentas heb als jij )
Om te weten welke vorm je nu moet gebruiken moet je de zin aanvullen met hetzelfde werkwoord in gedachten.


Op de volgende link kunt u de brochure: 'Spelling: de regels op een rij' inkijken. Dit kan een handig leermiddel zijn om de verschillende spellingsregels te onthouden:

Enkele websites met taaladvies:


Geen opmerkingen:

Een reactie posten